Het is dit jaar precies 25 jaar geleden dat vijf liefhebbers van de Fiat 500 de zogenoemde ‘Club van 500’ oprichtte. Deze groeide uit tot de Fiat 500 Club Nederland, met inmiddels ruim vierduizend leden in binnen- en buitenland.

Jarenlang was de Fiat 500 Club zelfs de grootste Nederlandse autoclub rond één type auto. Een aardig wapenfeit is ook dat de club in 1996 de langste file met dezelfde auto veroorzaakte. Op de A12 stonden 846 exemplaren van Fiats kleine rugzakje, goed voor een vermelding in het Guinness Book of Records.

De historie van de Fiat 500 vermeldt een totaal productieaantal van ruim 3,5 miljoen exemplaren, waarvan de eerste als 500 Nuova in 1957 de fabriek in Turijn verliet. Die allereerste Fiat 500 had behalve een motor en vier wielen eigenlijk niets. Geen verwarming, geen achterbank en geen portierramen die open konden. Wel had de eerste 500 een open dak tot aan de achterklep.

Van 1968 tot en met 1972 – het laatste productiejaar – kwam Fiat met de 500 F en de 500 L. Het autootje had inmiddels wat meer vlees op de botten, zoals chromen raamlijsten, sierbeugels bij de bumpers, luxere bekleding en zelfs een bekleed dashboard. De bestuurder kon daarop zelfs zien hoeveel benzine nog aan boord was. Met het allerlaatste type, de 500 R, keerde Fiat in 1972 ten slotte weer terug naar de basis. Een vertrouwd dashboard zonder poespas en dichte stalen velgen waren daarvan bijvoorbeeld het gevolg.

Om nog even terug te komen bij de Fiat 500 Club: het laatste weekend van augustus wordt het zilveren jubileum uitgebreid gevierd. Met een drive-in bioscoop op 26 augustus in Vinkeloord, de volgende dag een rondrit en ter afsluiting een tentoonstelling over de Fiat 500 in Veghel. Gaat dat zien!