Vier Fiat-fabrieken in Italië gaan de komende maanden de productie terug schroeven. In de praktijk komt het erop neer dat de arbeiders iets langer vakantie hebben dan normaal gesproken.

De autoverkopen in Italië, de belangrijkste afzetmarkt voor Fiat, Alfa Romeo en Lancia, zijn in de eerste helft van 2008 behoorlijk ingestort. Hoewel het concern zijn marktaandeel wist te vergroten kon niet voorkomen worden dat de absolute aantallen behoorlijk daalden. Buiten Italië doet Fiat wél goede zaken maar dat is niet genoeg om de malaise op de thuismarkt te ondervangen.

Vandaar dat het bedrijf heeft besloten om de medewerkers van vier fabrieken een aantal weken langer op vakantie te sturen dan gepland. Het gaat om de Mirafori-fabriek in Turijn, de Pomigliano-fabriek bij Napels, de Melfi-fabriek ten oosten van Napels en de Termini-fabriek op Sicilië. De productielijnen van de gloednieuwe Lancia Delta en Alfa Romeo MiTo gaan wel gewoon door. Hetzelfde geldt voor de Poolse Tichy-fabriek waar de Fiat 500 wordt gebouwd.

Volgens een woordvoerder van de Italiaanse vakbond FIOM–GCIL is dit ‘de eerste crisis van Fiat-baas Sergio Marchionne’. Die noemde de verkopen in de juni maand dan ook ‘desastreus’. Marchionne, die in 2004 aantrad, wist van Fiat weer een winstgevend bedrijf te maken. Overigens verwacht hij evengoed de omzetdoelstellingen voor 2008/2009 te halen.